Bij Koninklijke Beschikking Hofleverancier Bij Koninklijke Beschikking Hofleverancier   102 jaar bewezen topkwaliteit 102 jaar bewezen topkwaliteit   Europees marktleider in outdoorstoffen Europees marktleider in outdoorstoffen

Veilig winkelen

Powered by Trusted shops

Bestellen bij ESVO biedt juridische bescherming.

Alle voordelen op een rijtje

Katoenen tentdoek

Wil je meer weten over katoen als tentdoek?

De natuurlijke katoenvezel wordt al vele jaren verwerkt tot garens voor tentdoek. Katoen heeft een aantal eigenschappen die het daarvoor zeer geschikt maken. Katoen is zowel in droge als natte toestand sterk. Nat nog iets sterker dan droog. Het heeft van nature een goede luchtdoorlaatbaarheid, die ook na impregnering behouden blijft. De katoenvezel zwelt iets op wanneer hij nat wordt, waardoor het weefsel goed afgesloten wordt. Dat bevordert de waterdichtheid.

Wanneer katoenen tentdoek nat wordt krimpt het iets, waardoor het strak trekt. Daardoor zal het tentdoek beter afwateren dan wanneer het in plooien zou gaan hangen. Wanneer het droogt rekt het weer uit, zodat het na verloop van tijd weer z'n normale formaat heeft. Nieuw doek kan na de eerste regenbui soms blijvend iets zijn gekrompen.
Katoen wordt op den duur afgebroken door UV-straling in het zonlicht(die ook bij bewolkte hemel enigszins aanwezig is) en door micro-organismen: bacteriën en schimmels. Die ontwikkelen zich het best in vochtige omgeving. De levensduur is daardoor beperkt, in relatief opzicht. Maar bij beperkt gebruik gaat een katoenen tent soms wel 10-15 jaar mee.
Voordat een katoenen weefsel geschikt is voor gebruik als tentdoek, moet het enkele speciale bewerkingen ondergaan. Het moet worden voorzien van een duurzame waterafstotende impregnering en het krijgt een behandeling met rot- en schimmelwerende preparaten. Bovendien moet het geverfd worden met speciale kleurstoffen, waarmee een grote kleurechtheid wordt bereikt. Want een tent hoor nu eenmaal veel te worden blootgesteld aan zonlicht, zowel nat als droog. En dat is voor veel normale kleurstoffen een te zware eis. De sterkte en de waterafstotendheid van katoenen tentdoek is van een aantal factoren afhankelijk. Dat begint al met de keuze van de kwaliteit ruwe katoen. De sterkte van het garen is daar rechtstreeks van afhankelijk. Het spreekt vanzelf dat een doekfabrikant de kwaliteit van de geleverde ruw katoen of het katoengaren zeer degelijk zal controleren. Wanneer tentdoek extra sterk moet zijn, worden vaak “getwijnde” garens gebruikt. Getwijnd wil zeggen dat twee of drie draden in elkaar worden gedraaid tot één dikke en sterke draad. Hiermee worden doorgaans de zwaardere doekkwaliteiten geweven. Verder is nog van belang hoe dicht het doek wordt geweven, ofwel hoeveel draden er per cm² in verwerkt zijn. Hoe meer draden, des te zwaarder is het doek, des te groter zullen doorgaans ook de sterkte en de waterafstotendheid zijn. En tenslotte kunnen de nabehandelingen van invloed zijn op zowel de sterkte als de waterafstotendheid. Zo is donkergekleurd tentdoek vaak wat sterker dan tentdoek in lichte kleuren, omdat de donkere doeken niet zijn gebleekt. Door het bleken loopt de sterkte van de vezel namelijk iets terug. Bij lichte doeken is bleken nodig om de zwarte pitjes in het doek te neutraliseren. Ook de preparaten die bij de impregnering worden toegepast, zowel voor waterafstotendheid als voor rot- en schimmelwering, kunnen enige invloed hebben op de sterkte van het tentdoek.
 

Milieuveiligheid en katoen m.b.t. tentdoek

Hoewel tentdoek uit de hele wereld kan komen, heeft de Nederlandse textielindustrie altijd rekening gehouden met het milieu en de volksgezondheid. Immers, de verf- en veredelingsprocessen van het katoen kunnen ook het milieu belasten. In Nederland wordt het katoen gebleekt zonder chloor en geverfd zonder kankerverwekkende kleurstoffen. Deze kleurstoffen kunnen ook geen huidirritatie veroorzaken. Er is nooit sprake van behandeling met L.P.C.P. of CFK's. Bovendien wordt er nooit geloosd op oppervlaktewateren. Nederlands katoenen tentdoek is dus milieuvriendelijk tentdoek, dat voldoet aan de hoogste internationale normen.

 

Achtergrondinformatie en geschiedenis van katoen

Van oudsher wordt katoen al gebruikt voor tenten, want de natuurlijke eigenschappen maken katoen daar buitengewoon geschikt voor. 

Katoen. De Plant

De katoenplant(gossypium) behoort tot de familie van de malven. Tot dezelfde groep behoren ook de stokroos, het kaasjeskruid en de heemst. De bloemen van deze planten lijken sterk op elkaar. Na de bloei groeit de zaaddoos uit tot de grootte van een ei. Na ca. 2 maanden breekt de zaaddoos open en komen de zachte katoenpluizen tevoorschijn.
Al naar gelang het klimaat, de cultuurmethode e.d. kan de katoenplant een hoogte van 25cm tot over de 2 meter bereiken. Zij wordt vooral als een struikhoge eenjarige plant gekweekt. Slechts in enkele gebieden(Peru en Noord-Brazilië) kweekt men de katoen nog op meerjarige struiken. Zulke planten kunnen ca. 15 jaar oud worden. 

Verbouw en oogst van katoen

De tijd die verloopt tussen het zaaien en het rijpen van de zaaddozen ligt tussen de 175 en 225 dagen. De katoenplant vergt een vorstvrije groeiperiode, veel zon, een warme vochtige voedingsbodem en lucht met een hoog vochtigheidsgehalte. Dit betekent dat katoen het beste in tropische en subtropische streken verbouwd kan worden.
Zoals bij alle landbouwprodukten zijn er ook bij de katoenverbouw grote verschillen in de manier van cultiveren e.d. te onderkennen. Op de reusachtige katoenplantages in het zuiden van de Verenigde Staten van Amerika heeft men gigantische ploeg-, zaai- en plukmachines ingeschakeld. Op de vele plantages in de armere landen wordt soms nog een deel, of bijna alle arbeid met een span ossen/buffels of met de hand gedaan. Bij het oogsten van de katoenpluizen heeft het handplukken een kwalitatieve voorsprong op het machinaal oogsten. De plukkers en pluksters verzamelen zorgvuldig alleen de blinkend witte, rijpe katoenbollen en laten de minder rijpe nog enkele dagen aan de struiken.
Bij de machinale oogst worden de katoenplanten d.m.v. Besproeiingen kunstmatig ontbladerd. De plukmachine haalt dan in één keer de oogst van een heel veld binnen, niet alleen de rijpe maar ook de onrijpe katoenbollen. Bovendien neemt een machine dor blad, takjes e.d. mee.
De geoogste katoen wordt ca. 30 dagen opgeslagen om na te rijpen en te drogen. Van 100 kg. Katoen houdt men ongeveer 35 kg. vezels, 62 kg. zaad en 3 kg. afval over.
Van het katoenzaad en het afval maakt men allerlei produkten, zoals o.a. olie, zeep en veevoeder.
 

De natuurlijke eigenschappen van katoen

De beste katoenvezels zijn wit van kleur. Ook de zachtheid is een belangrijk punt bij de beoordeling. Hoe langer de katoenvezel is, hoe beter. Vroeger kwamen de langste kwaliteiten uit Egypte, Peru en Soedan. De katoenvezel kan 8-10% uitgerekt worden, zowel in droge als in natte toestand. Een opvallende eigenschap van katoen is dat het nat sterker is dan droog. Daarom is katoen bestand tegen elke behandeling met water. Het kan bijvoorbeeld gekookt worden zonder schade te ondervinden. Katoen kan veel vocht opnemen en daarom is het ook zo geschikt voor onder andere tentdoek. Over die belangrijkste en aangenaamste vochtopnemende eigenschap nog het volgende. Katoen heeft een zeer bijzondere verhouding tegenover allerlei soorten vocht. Zij kan 65% van haar eigen gewicht aan water opnemen zonder te gaan druppelen. Katoen die voor 20% vochtigheid bevat voelt verrassend genoeg nog droog aan.
 
Bekijkt men de doorsnede van een katoenvezel door een microscoop, dan lijkt deze veel op die van een boomstam met zijn vele jaarringen; alleen spreekt men bij katoen van “dagringen”. Deze bestaan uit zeer fijne vezeltjes.
 
Historisch overzicht over katoen
Aangenomen wordt dat katoen, waarvan de naam is afgeleid van het Arabische woord elkoetn(plant aangetroffen in veroverd land), ongeveer 5.000 jaar geleden voor het eerst in India werd verbouwd. Gedurende vele eeuwen heeft India haar geheim kunnen bewaren. Het was namelijk eerst in ca. 325 v.Chr. Dat door de vele veldtochten van Alexander de Grote, katoen ook bekendheid verwierf in enkele landen rond de Middellandse Zee, waaronder Egypte.
Uit de latere reisverhalen van Marco Polo, 13e eeuw na Chr. blijkt overigens dat ook in China rond deze tijd de katoen in cultuur werd gebracht. Het duurde echter nog enkele eeuwen na Christus voordat de katoen voet aan wal zette op het vaste land van Europa. Dit geschiedde tijdens de Moorse overheersing van Spanje. Nog later vervoerden de zadeltassen der Kruisridders de katoenvezel naar Noord- en West Europa. Dat zoals vele zaken uit het Oosten ook de katoen niet van mystiek was ontbloot, blijkt wel uit het feit dat tijdens de Middeleeuwen verhalen de ronde deden als zou katoen gewonnen worden van schapen die aan bomen groeiden; dat katoen in Duitsland Baumwolle wordt genoemd en in Zweden Bomull wijst hierop.
Ook in Amerika en wel in Mexico hebben opgravingen aangetoond dat katoen daar minstens 70 eeuwen geleden reeds werd toegepast. Toen Columbus Amerika ontdekte, werden hem zelfs door de inboorlingen van de Bahama-eilanden katoenen garens als ruilmiddel aangeboden. Het is echter aan Engeland te danken dat in de 17e eeuw de katoen in Amerika op grote schaal in cultuur werd gebracht. Het schrikbarend tekort aan goedkope arbeidskrachten op de katoenplantages is dan ook een van de aanleidingen geweest tot het ontstaan van de slavenhandel, waarbij mensen uit Afrika werden weggehaald en onder vaak extreem moeilijke omstandigheden aan het werk werden gezet.
 
Momenteel zijn de belangrijkste katoenproducerende landen (in willekeurige volgorde) : Rusland, Verenigde Staten van Amerika, China, India, Pakistan, Egypte, Brazilië, Turkije, Mexico, Soedan.

Om u beter en persoonlijker te helpen, gebruiken wij cookies en vergelijkbare technieken. Als u verder gaat op onze website gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer weten? Lees dan ons cookiebeleid..