Om ten minste ’s nachts heerlijk met open ramen te kunnen slapen zonder last te hebben van uw pollenallergie biedt een pollenhor de beste bescherming als raamhor of deurhor.
Voordat we onderstaand een uitleg geven hoe je het beste een pollenhor kunt maken, geven we hierbij alvast een hele praktische YouTube-video van Praxis hoe je zelf een pollenhor kunt maken. Klik trouwens hier voor info over het tweevoudig medisch gecertificeerde Poll-Tex anti-pollengaas.
Een pollenhor is de ideale oplossing als je last heb van pollenallergie. Niet alleen voor in de slaapkamer. Fris, comfortabel en zonder gezoem. Niet alle moderne raamkozijnen zijn even geschikt om horramen in te plaatsen. Daarom kan je het beste een horraam in de opening van een bestaand raam plaatsen – of in een terrasdeur. Je kunt het horraam van hout of van aluminium maken. Klik trouwens hier voor info over het tweevoudig medisch gecertificeerde Poll-Tex anti-pollengaas.
Opmeten van het raam
Of je nu kiest voor het zelf maken van rolhorren of niet-scharnierende vaste horren, je moet de afmetingen weten. Meet dus als eerste de hoogte en de breedte tussen de kozijnmuren. Houd 10 mm speling om het raamwerk gemakkelijk te kunnen plaatsen.
Houten horraam
Het frame waartussen je het horrengaas gaat spannen maak je van houten latten. Deze latten hebben een breedte van 40 mm en zijn 20 mm dik. Je zet de latten aan elkaar met zogenaamde halfhoutverbindingen. Je kunt ook kiezen voor een andere houtverbinding, maar dan moet je dikkere latten gebruiken.
Dwarsliggers
Maak twee lange latten (net zo lang als de hoogte van het raam) en drie korte (de breedte van het raam). Het derde komt in het midden en dient als versteviging van het raamwerk. Maak in de twee lange latten aan de uiteinden een halfhoutverbinding met dezelfde breedte als de dwarslatten (40 mm). Doe daarna hetzelfde bij de drie korte latten.
Halfhoutverbindingen
Halfhoutverbindingen maak je met een afkortzaag. Zet de lat in een werkbank en zaag eerst de kopse kant in. Leg de lat dan plat en zaag de halve dikte weg, zodat het (halve dikte) hoekstuk loskomt. Je kunt de hoeken ook met een beitel wegsteken of een bovenfreesmachine gebruiken. Gebruik een winkelhaak om af te tekenen. De aftekening van de dikte van de halfhoutverbinding moet precies gebeuren.
Frezen
Het middelste dwarslatje moet in het midden van de twee lange latten komen. Deze moeten dus tot op halve dikte ingefreesd worden. Gebruik hiervoor een bovenfrees, stel de diepte-aanslag in op de halve dikte van de balkjes. Werk in twee etappes om de frees niet te veel te belasten en het hout te verbranden. Teken eerst af met een winkelhaak en start met frezen op het streepje. Leg er een reststukje van een lat naast. Deze ondersteuning van de machine zorgt ervoor dat je de snede recht kunt afmaken.
Steekbeitel
Eventuele oneffenheden kun je het best verwijderen met een steekbeitel. Als alle halfhoutverbindingen zijn gemaakt leg je het frame op de vloer en controleer je of alles past.
Het frame van de pollenhor in elkaar zetten
Zet alle verbindingen vast met houtlijm en schroeven en controleer of het frame haaks staat. Dit doe je met een winkelhaak of door de diagonalen van het frame te meten, deze diagonalen moeten gelijk zijn. Pas het tussen de kozijnmuren voordat je het goed vastschroeft. Om splijten van de latjes te voorkomen kan je die beter voorboren, doe dit met een kleinere diameter dan de schroefjes. Je kan het frame nu schilderen of beitsen.
Spannen van het horrengaas
Leg het horrengaas op het frame en knip het rondom 5 cm groter af dan het frame zelf. Vouw het overtollige gaas terug en zet de bovenzijde vast met een tacker of elektrische nietmachine. Zet een nietje om de 5 cm. Trek het horrengaas zo strak mogelijk naar onderen en zet ook de zijkanten netjes vast met nietjes. Probeer het horrengaas zo te spannen dat er geen plooien ontstaan en het gaaspatroon recht op het frame zit.
Klik trouwens hier voor info over het tweevoudig medisch gecertificeerde Poll-Tex anti-pollengaas.
Afwerken van de pollenhor
Je kunt de nietjes aan het zicht onttrekken door op het frame dunne afwerklatjes te schroeven van dezelfde breedte. Zaag deze op maat en schilder of beits ze in dezelfde kleur als je frame. Schroef de latjes vast, boor om splijten van het hout te voorkomen de gaatjes voor met een kleinere diameter dan de schroefjes.
Scharnieren plaatsen
Kijk aan welke kant van het raam (of de deur) de scharnieren zitten. De scharnieren op je pollenhor komen aan dezelfde kant. Teken voor je begint de schroefgaten voor de scharnieren en boor voor met een kleinere diameter dan de schroefjes.
Horraam afsluiten
Na montage kun je een slotplaatje op het raamkozijn monteren en op het horkozijn een magneetplaatje voor de sluiting. En klaar is uw raamhor of deurhor!
Onderstaand alle informatie over Poll-Tex, het enige medisch gecertificeerde pollengaas. Met unieke eigenschappen.
Met dit - overigens betaalbare speciale horrengaas, kunt u uw eigen raamhor of deurhor maken.
Klik hier voor alle BEWEZEN informatie over dit, overigens zeer betaalbare pollengaas.
Elk jaar lijden vele mensen aan hooikoorts of pollenallergie. Niezen, jeuk, brandende ogen, wat begint met een vloeiende en verstopte neus. Hooikoorts of pollenallergie begint vaak in de vroege kindertijd en kan de kwaliteit van het nachtleven voor tientallen jaren beïnvloeden. . De schade kan variëren van slapeloosheid met bijbehorende vermoeidheid overdag tot de vermindering van het leervermogen, vooral bij kinderen. De nadelige gezondheidseffecten hebben betrekking op het sociale leven, schoolprestaties en productiviteit.
Ongeveer 20 procent van de bevolking lijdt al aan hooikoorts-/pollen-/stuifmeelallergieën en deze tendens is sterk stijgende. Bestrijdt daarom de oorzaken in plaats van de symptomen. Natuurlijk kunnen de symptomen van pollenallergie of hooikoorts door medicijnen of specifieke immuuntherapie grotendeels onder controle gehouden worden. Nog beter, echter, is het vermijden van de oorzaken - contact met alle pollen te minimaliseren, voor op de momenten dat je moet slapen.
Deze zorgen dat als je je raam open hebt staan er geen pollen binnen kunnen komen. Normale raamhorren zijngrof waardoor er nog steeds stuifmeel doorheen kan. Daarom is een goede pollenhor zoals die met Esvo pollengaas de enige juiste en vooral ENIGE medicinaal bewezen keus om de pollendeeltjes(voor 99%) buiten te houden. Door de speciale structuur komen licht en lucht gewoon je slaapkamer of woonkamer binnen maar blijven de pollen buiten. Ideaal tegen hooikoorts en dus voor een goede nachtrust!
Polltex weert, als enige pollengaas, minimaal 97% van de hangende luchtpollen! Met tweevoudig uniek medisch certificaat. Klik hier voor directe informatie en prijzen over dit gepatenteerde horrengaas.
Het contact met allergenen of pollen vermijden is het beste. U kunt de volgende regels in acht nemen:
Ramen en deuren gesloten houden? Ventileren nachts? Dat alles is niet persé nodig.
Ons pollengaas in een zgn. pollenhor helpt als enige. Met onze pollenhor, kunt u u zichzelf isoleren tegen stuifmeel in uw leefruimte(woonkamer of slaapkamer)
en hoeft u niet af te zien van een heerlijk welkome ventilatie. Zo wordt het beter vertoeven, zonder stuifmeel of pollen.
Met het betrouwbare horrengaas van Esvo hoeft u niet meer tijdens het beruchte pollenseizoen te lijden. Esvo heeft de perfecte oplossing voor u: ons Poll-Tex horrengaas, met beschermende stoffen voor mensen met een allergie. U kunt trouwens ook uw eigen pollenhor maken - zie bovenstaande informatie. Klik hier voor alle informatie over dit, overigens zeer betaalbare pollengaas.
Pollengaas van Polltex weert, als enige pollengaas, minimaal 97% van de hangende luchtpollen! Met tweevoudig uniek medisch certificaat. Klik hier voor directe informatie en prijzen over dit gepatenteerde horrengaas.
Achtergrondinformatie over hooikoorts en pollenallergie en onze pollenhorren
Hooikoorts openbaart zich bij 10% tot 20% van alle Nederlanders en Belgen, en zo’n 10% van deWesterse bevolking. Rond het jaar 1900 is hooikoorts erkend als aandoening.Hooikoorts heeft helemaal niets met hooi of koorts te maken maar de naam komt uit de tijdwaarin de klachten voorkomen: het hooiseizoen.
Hooikoorts wordt gekenmerkt door allergie voor stuifmeel ( pollen) van grassen, planten of bomen.Het gaat daarbij om pollen van planten die hun stuifmeel via de wind verspreiden.
Hooikoorts of in dit geval pollenallergie is een reactie op het menselijk afweersysteem. De klachtenperiode loopt samen met de
bloeiperiode van grassen, planten en bomen. De klachten zijn het hevigst wanneer de pollenconcentratie het hoogst is, meestal op warme, winderige dagen in mei, juni en juli. Als de herfst begint ligt de irritatie voor hooikoorts/pollenallergie even stil voor een paar maanden.
Gelukkig is er medicatie beschikbaar die bij de meeste mensen aanslaat. Echter voor kinderen en volwassenen met hooikoorts is een zomerse dag buiten lang niet altijd even prettig. Om ongestoord van frisse lucht te genieten is een pollenhor geen overbodige luxe, zeker bij een steeds vroeger beginnend insectenseizoen en het aantal patiënten met pollenallergie dat blijft groeien.
Daar is gelukkig een oplossing voor: een pollenhor, waarvan het speciale horrengaas insecten en pollen volkomen weert(minimaal en als enige 97% van de hangende pollen). Door toepassing van deze pollenhorren met het speciaal Polltex horrengaas worden de pollen uit de lucht gefilterd, waarmee de kans op hooikoortsverschijnselen(met een gesloten pollenhor) opgeheven wordt.
Wetenschappelijk bewezen rapportages horrengaas en pollengaas.
Het speciale Poll-Tex horrengaas van Esvo heeft een uniek medicinaal en wetenschappelijk getest rapport: dat van het wereldberoemde E-Carf Instituut(Charité Hospitaallaboratorium uit Berlijn). Dit gerenommeerde en hoogstaande onderzoeksinstituut is de enige waar de medici op kunnen vertrouwen als het om aandoeningen m.b.t. pollenallergie/hooikoorts gaat. Ons pollengaas is de enige met een dergelijk medisch‘stempel’. Polltex weert overigens als enige verkrijgbare pollengaas minimaal 97% van de hangende pollen. Meer informatie over hooikoorts en pollenallergie volgt hieronder. Dan is het u gelijk duidelijk dat een pollenhor, oftewel een deurhor of raamhor u de rust geeft voor zowel de dag als de nacht. Klik hier voor de directe informatie en prijzen van Poll-Tex.
Nog meer achtergrondinformatie over hooikoorts, pollen en pollenhorren
Wat is hooikoorts. Hoe krijg je hooikoorts?
Wanneer het menselijk lichaam met lichaamsvreemde stoffen in aanmerking komt kan het specifieke antistoffen, antilichamen of immunoglobulines, tegen die stoffen gaan maken.
Deze antistoffen worden door witte bloedcellen, de B-lymfocyten geproduceerd. Het menselijk lichaam bevat vijf soorten immunoglobuline G, M, A, D en E. Ze komen op verschillende plaatsen in het lichaam voor. Soms kan het lichaam overdreven reageren op vaak relatieve onschuldige stoffen waarmee het in aanraking komt. Er is een aantal types van dit soort overdreven reacties of hypersensitiviteitsreacties.
Hier is alleen het type belangrijk waarbij het immunoglobuline E (lgE)betrokken is. Het lgE heeft de laagste concentratie van alle soorten antilichamen. De concentratie van het lgG is bijvoorbeeld 30.000 keer hoger dan die van het lgE, maar het kan toch al met erg kleine hoeveelheden allergenen reageren.
Voor pollenallergieën is alleen het lgE uit de slijmvliezen van mond, keel neus en ogen van belang. Bij het ontstaan van een allergie kunnen twee fasen worden onderscheiden: de sensibilisatiefase en de effectorfase. De sensibilisatiefase vindt plaats wanneer iemand die potentieel voor een bepaalde stof allergisch is voor het eerst met die lichaamsvreemde stof, het allergeen, in aanraking komt. Er wordt dan allergeen specifiek lgE gevormd. Dit lgE blijft in het lichaam en wordt uiteindelijk, via interacties met een aantal andere soorten witte bloedcellen, aan het oppervlak van de zogenaamde mastcellen gebonden(van het Engelse woord mastin de betekenis van mast-vlaggenmast, de fonetische schrijfwijze‘mestcel’wordt in het Nederlands ok wel gebruikt). Mastcellen vind je onder andere in de slijmvliezen van mond, keel, neus en ogen. Wanneer iemand opnieuw met het allergeen in aanraking komt, treedt de effectorfase op. Het allergeen bindt zich dan aan het allergeen specifiek lgE op het oppervlak van de mastcellen. In de mastcellen zitten talrijke granula of blaasjes met proteolytische (= eiwit afbrekende) enzymen, heparine (verhinderd bloedstolling) en vooral het hormoon histamine.
Als gevolg van de binding van het allergeen aan het lgE op het celoppervlak storten de granula hun inhoud in de omgeving uit, de zogenaamde ‘degranulatie’.
De klinische effecten zijn meestal binnen 20 minuten al merkbaar. Vooral het histamine is verantwoordelijk voor de directe klachten, het veroorzaakt een branderig gevoel, jeuken en het verwijdt de perifere bloedvaatjes. De reactie is dezelfde als die in de huid na aanraking met de brandharen van brandnetels; ook deze brandharen bevatten histamine. Naast de stoffen die vrijkomen bij de degranulatie van de mastcel worden ook nieuw aangemaakte ontstekingshormonen uitgescheiden die een ‘verlate allergische reactie’ kunnen laten ontstaan, 6 tot 24 uur na de degranulatie van de mastcel.
Deze late reactie kan vaak lang duren. De hormonen trekken witte bloedcellen aan naar de plek van de allergische reactie, waarna die witte bloedcellen hun eigen specifiek immuunreactie beginnen. Er ontstaan opzwellingen door ophoping van lymfe en het weefsel kan worden afgebroken. Via deze hormonen kan ook een terugkoppeling naar de hersenen plaatsvinden.Zo kan de allergische reactie misschien worden aangeleerd en kunnen nieuwe ontstekingen via de zenuwen worden geïnduceerd. Er is hierover nog weinig met zekerheid bekend.Hooikoorts blijkt binnen bepaalde families veel vaker voor te komen dan bij andere families.
Er is sprake van een genetisch aanleg voor het krijgen van hooikoorts. Hierbij is het begrip atopie erg belangrijk. Atopie is de gecombineerde aanleg voor hooikoorts, astma en eczeem. Als je astma of eczeem hebt, bestaat er een grotere kans dat je ook hooikoorts ontwikkelt.
Ook als er maar één van de ouders astma heeft, maar geen hooikoorts, hebben dekinderen toch een grotere kans op het krijgen van hooikoorts. Bij allergische rhinitis, ontstoken neusslijmvliezen, is er nog een andere reactie van belang, de zogenaamde aspecifieke hyperreactiviteit. Hiermee wordt bedoeld dat bepaalde mensen met atopie, sneller reageren op bepaalde aspecifieke prikkels, zoals mist, bak- of braadlucht en parfums. Hierbij is er geen duidelijke stof (allergeen) waarop gereageerd wordt. Door inademing van de aspecifieke prikkels volgt er een reactie, gelijkend op die bij een allergische reactie met vaak ook naast de rhinitis, benauwdheid en slijmvorming in de longen. Ook de sterke reactie op roken bij veel patiënten met allergieën hoort bij de aspecifieke hyperreactiviteit.Toch is hooikoorts een aandoening die vooral met de omgeving te maken heeft. Opvallend is het massale verschijnen van hooikoorts tijdens de industriële revolutie en de recente zeer grote stijging van het aantal mensen met deze aandoening. In de westerse samenleving is het aantal mensen met één of meer allergieën de afgelopen 25 jaar verdubbeld, waardoor allergieën tegenwoordig tot de meest voorkomende aandoeningen bij mensen in de ontwikkelde landen horen. De precieze oorzaken zijn nog niet helemaal in kaart gebracht, maar er is inmiddels een aantal factoren bekend die een belangrijke rol spelen. Hooikoorts is vooral een aandoening binnen westerse samenlevingen met een gematigd klimaat. In de tropen komen de allergische aandoeningen veel minder vaak voor. Er wordt dan ook verondersteld dat veel zonlicht de ontwikkeling van allergieën remt. Hierop berust de nog grotendeels experimentele lichttherapie.
Daarnaast speelt de hygiënetheorie een grote rol. In 1989 publiceerde David Strachan de hygiënehypothese: de toegenomen hygiëne in de westerse wereld leidt tot een toenemende kans op astma, allergieën en auto-immuunziekten. Het aantal infecties dat men als kind krijgt, bleek omgekeerd evenredig te zijn met de kans op de ontwikkeling van een allergie. Door dat we steeds schoner zijn gaan leven, gevaccineerd wordt tegenziektes en antibiotica gebruiken, komen we
minder in aanraking met bacteriën en virussen, waardoor ons immuunsysteem zich volgens Strachan niet meer leert te verdedigen tegen infecties en overdreven gaat reageren op normaal onschadelijke stoffen. Wanneer ons ‘hygiënische’ Westerse wereld wordt vergeleken met de ‘onhygiënische’ ontwikkelingslanden, waar het aantal mensen met een allergie zeer laag is, dan lijkt het er inderdaad op dat deze hypothese correct is. Deze theorie wordt ook ondersteund
door onderzoek naar verschillende levensstijlen binnen de westerse samenleving.
Bij kinderen die opgroeien in een groot gezin of op een boerderij, situaties waarin ze makkelijker worden blootgesteld aan ziekteverwekkers, komen minder allergieën voor. Ook bleek dat bij schoolkinderen die in hun eerste levensjaar opgegroeid waren met een kat of een hond als huisdier allergische rhinitis en astma veel minder vaak voorkwam dan bij leeftijdsgenoten die opgroeiden zonder huisdieren. Zowel te weinig zonlicht als overdreven hygiëne lijken en rol te spelen bij het ontwikkelen van allergieën. De theoretische basis voor deze effecten is inmiddels onderzocht. Bij het op gang brengen van immuunreacties speelt een speciaal soort witte bloedlichaampjes een belangrijke rol, de T-cellen of T-helpercellen 1 (Th1) en 2 (Th2) van belang.
Cellen van het type Th2 brengen de afgifte van het lgE op gang. De TH1-cellen stimuleren andere vormen van de afweer, zoals die tegen bacteriën. De aanmaak van veel nieuwe types bloedcellen wordt op jonge leeftijd geregeld. Wanneer dan de Th1-cellen te weinig gestimuleerd worden, zouden vooral de Th2-cellen actief worden en zo een grotere kans op allergieën geven.
Grote hygiëne op jonge leeftijd zou dus tot een verstoring in de balans tussen Th1- en Th2-cellen leiden en de toename allergieën in de bevolking verklaren. De Th2-cellenblijken gevoelig te zijn voor licht; bij bestraling met licht serven ze enworden ze niet vervangen.
Pollen kunnen ook fijnstof, vooral in een stedelijke omgeving met veel verkeer meedragen.
Tot het fijnstof behoren alle deeltjes in de lucht, kleiner dan 10 micrometer (=0,01 millimeter). De samenstelling van de deeltjes is zeer variabel, het kan van lles zijn. Door zijn geringe grootte blijft fijnstof zweven. Ook bacteriën, gisten en schimmels kunnen meegedragen worden: na eerst in een vochtige atmosfeer neergeslagen te zijn kunnen de pollenkorrels aangetast worden door micro-organismen zoals schimmels, om vervoglens bij droog weer opnieuw op te wervelen en weer ingeademd te worden. Wanneer je een allergie tegen dat pollen hebt, zal er een reactie in het slijmvlies ontstaan die de gevoeligheid van het door de pollenkorrels meegebrachte, of apart ingeademde, fijnstof of micro-organismen vergroot. Ook hechten pollenallergenen zich aan het fijnstof en kunnen bij inademing diep in de longen terechtkomen. Ze geven dan ook nog astmatische klachten.
Contact met rook (aspecifieke hyperreactiviteit) en fijnstof (industrie, verkeer) kan waarschijnlijk ook een deel van de recente toename verklaren. Daarnaast speelt misschien ook de luchtverontreiniging met stikstofoxydes (NO en NO2) een rol. Stikstofoxydes kunnen reacties aangaan met allergenen waardoor het lichaam nog sterker op de ze allergenen gaat reageren. Allergieën hebben complexe oorzaken, waarbij zowel aanleg als omgeving een rol spelen.
Om te weten of je ook echt last van pollen hebt bij een neus- of oogontsteking moeten er volgens de ARIA richtlijnen eerst de volgende vragen worden beantwoord:
Wanneer er sprake is van klachten zonder verkoudheid of griep, de klachten beperkt blijven tot een vaste
periode en niet alleen binnen, maar ook buiten optreden is er waarschijnlijk sprake van hooikoorts.
Vaak voelen de patiënten zelf al wel aan waar de oorzaak ligt. Om zekerheid te krijgen over het soort allergenen waartegen bij de patiënt een allergische reactie optreedt, kan door een behandelend arts een zogenaamde ‘prikjestest', de huidtest of ‘skin prick test’ (SPK) worden gedaan.
Daarbij wordt met een set allergenen getoetst, waarvan de samenstelling afhangt van de omgeving waarin de patiënt leeft. Iemand die bijvoorbeeld direct naast een bos leeft en ook katten in huis heeft, dient zowel op de pollen van de lokale bomen, als ook op de kattenharen en huisstof getoetst te worden. Bij de huidtest wordt eerst een druppeltje van de verschillende allergenenoplossing op de binnenkant van de arm gebracht en bij iedere druppel wordt de huid oppervlakkig ingeprikt. Een druppel met een verdunde histamineoplossing dient als positieve controle een druppel met een fysiologisch zout kan als negatieve controle dienen.
Een zwelling of rood worden van de huid na 15 of 20 minuten, maar uiterlijk 60 minuten na de prik, wordt dan als positieve reactie gezien. De huidtest is een zeer gemakkelijke en betrouwbare test die bijna altijd duidelijke resultaten geeft. Vaak is absolute zekerheid niet nodig omdat er tegenwoordig goede middelen zijn om de klachten direct te bestrijden. Met behulp van ‘in vitro’ test kan de concentratie lgE antilichamen in het bloedserum gemeen worden. Een verhoogde lgE-concentratie in het serum wijst op een ‘atopische diathese', een neiging tot een allergische ziekte, maar geeft niet aan of de patiënt ook werkelijk een allergie heeft.
Om deze reden wordt deze test niet vaak gebruikt. In de huisartsenpraktijk wordt vooral de RAST(Radio Alergen Sorbent Test) test gebruikt, bekend als ‘phadiatop’ – of ‘immuncaptest’. Met de ze test worden de concentraties van allergeenspecifieke lgE antilichamen in het bloed gemeten. Daarbij wordt serum gemaakt van een bloedmonster dan vervolgens in contact wordt gebracht met een drager waarop het allergeen gebonden is. Met behulp van een radioactief tweede antilichaam dat alleen bindt aan bepaalde lgE’s aan de hoeveelheid allergeenspecifiek lgE met een teller voor radioactiviteit worden gemeten.Een heel bijzondere test is de provocatietest. Daarbij laat men de patiënt lucht inademen met daarin de allergenen. De gemeten verschillen in hoeveelheid in- en uitgeademde lucht dienen als maat voor vernauwing van de ademhalingswegen, met name de bronchiën in de longen, door de allergische reactie. Deze test mag alleen onder strikt medisch toezicht worden uitgevoerd omdat hierbij de mogelijkheid bestaat van een sterke overreactie van het lichaam,
een astma-aanval of zelfs een ‘anafylactische shock’. Bij een anafylactische shock is de reactie op het allergeen zo heftig dat de bloeddruk, vooral in de longen, zo sterk zakt dat de patiënt bewusteloos raakt. Medische hulp is dan noodzakelijk en urgent. De provocatietest wordt daarom niet graag gebruikt en is
eigenlijk alleen van toepassing voor het onderzoek naar astma en zware allergieën. Voor gewone hooikoorts met neusslijmvlies- en oogontsteking is hij van geen belang.
Polltex weert, als enige pollengaas, minimaal 97% van de hangende luchtpollen! Met tweevoudig uniek medisch certificaat. Klik hier voor directe informatie en prijzen over dit gepatenteerde horrengaas.
Voorkómen van problemen als je last hebt van hooikoorts
‘Voorkómen is beter dan genezen’: als je last hebt van hooikoorts, kun je het contact met pollen beter zoveel mogelijk vermijden. Pollen van windbestuivers is echter altijd in de lucht aanwezig, en helemaal vermijden kun je het contact nooit. Om het zoveel mogelijk te vermijden is het verstandig te achterhalen voor welk pollen je gevoelig bent. Vaak weet je dat al zo ongeveer door de periode waarin de klachten optreden; pollenkalenders; kunnen dan een grote hulp zijn. Als er meer zekerheid nodig is, kun je om een ‘prikjestest’ vragen. Wanneer je eenmaal weet voor welke soort(en) pollen je gevoelig bent, kun je gebruik maken van bestaande pollenkalenders en de pollenberichten op televisie en internet om voorzorgsmaatregelen te nemen.
Eenvoudige maatregelen tegen hooikoorts of pollenallergie zijn:
Bij heftige allergieën wordt wel gebruik gemaakt van luchtfilters in huis. Luchtfilters kunnen echter nooit
al het pollen uit de lucht halen, en ze zijn minder effectief naarmate er minder pollen in de lucht zit.
Ze zijn erg duur en vergen veel onderhoud. Vervuilde filter kunnen op hun beurt weer allergenen verspreiden van schimmels die er in gaan groeien.
Alleen Poll-Tex, het speciale horrengaas heeft een medisch certificaat van het hoogste laboratorium op dit gebied. U kunt van dit pollengaas zelf uw eigen pollenhor of horrenframe maken. Klik hier voor alle informatie over dit, overigens zeer betaalbare pollengaas Polltex, dat minimaal 97% van de pollen weert.
Wanneer je een pollenallergie hebt, kun je soms ook gemakkelijk allergieën tegen allerlei andere stoffen ontwikkelen. Ook kunnen kruisreacties optreden. Probeer daarom contact met mogelijke allergenen van bijvoorbeeld huisstof en dieren te voorkomen. Wanneer de klachten ernstiger worden en je extra allergieën ontwikkelt, raadpleeg dan meteen je huisarts. Die kan dan tests laten doen en eventueel geneesmiddelen voorschrijven.Hooikoorts kan ook leiden tot een grotere gevoeligheid voor aspecifieke prikkels (aspecifieke reactiviteit). Het belangrijkste voorbeeld is hiervan de sterke reactie op rook. Hooikoorts en de rookreacties versterken elkaar. Rook veroorzaakt een zwelling van de slijmvliezen, waardoor deze gevoeliger worden
voor allergenen. Omgekeerd is door een allergische reactie opgezwollen slijmvlies gevoeliger voor rook.
Rokers hebben daardoor meer last van hun hooikoorts en ze zijn ook moeilijker te behandelen. Het advies ‘stoppen met roken’ behoort tot de standaardadviezen bij iedere vorm van allergische rhinitis. Vermijd ook
het ‘meeroken’! Probeer het contact te vermijden met andere, aspecifieke, factoren, waarvan bekend is dat ze allergieën kunnen veroorzaken. Denk daarbij aan fijnstof, bak- en braadlucht, parfums en andere vernevelbare vloeistoffen zoals sommige schoonmaakmiddelen. Wanneer hooikoorts samengaat met astma is het voorkómen van extra groot belang: niet alleen voor de hooikoorts, maar vooral ook voor de astma. Je kunt advies inwinnen
bij je huisarts of bij gespecialiseerde verpleegkundigen uit de thuiszorg. Voor kinderen met hooikoorts, maar ook voor kinderen met andere allergieën, is het van belang dat de schoolgebouwen goed ingericht zijn. Ze dienen zoveel mogelijke vrij te zijn van allergenen en een goed ventilatiesysteem te hebben.
Wanner er in de familie veel allergische klachten voorkomen, kun je daar met kinderen al een beetje rekening mee houden door contact met allergenen zoveel mogelijk te vermijden, maar ook door niet overdreven hygiënisch te zijn. Laat kleine kinderen rustig buiten spelen zonder je al te veel te bekommeren of ze
misschien een beetje vuil worden. Neem gerust een (klein) huisdier bij jonge kinderen en laat ze veel met leeftijdsgenootjes spelen. Buiten spelen in de zon kan het ontstaan van allergieën afremmen.
De behandeling van hooikoorts is afhankelijk van de ernst van de klachten en van de plaats(en) waar ze optreden. Bij tijdelijke neus- en oogklachten is symptoombestrijding met oogdruppels en neusspray met antihistaminica voldoende. De medicijnen onderdrukken wel de klachten maar niet de allergische reactie zelf. Bij aanhoudende en ernstigere klachten en wanneer de klachten op meerdere plaatsen optreden, worden er meestal antihistaminica in tabletvorm gegeven, al dan niet in combinatie met corticosteroïden in neussprays en oogdruppels met antihistaminica. Voor symptoombestrijding werden vroeger efedrines, vooral het pseudo-efedrine gebruikt. Efedrines zijn stoffen uit de planten van het geslacht Ephedra. Ze komen ook voor in khat, Catha edulis, dat in sommige gebieden van Afrika en Zuid-Arabië gekauwd wordt om zijn stimulerende werking. Ze verminderen de zwelling van de slijmvliezen en verwijden de bronchiën, vandaar dat ze vroeger ook bij astma werden gebruikt, efedrines lijken zeer veel op amfitamines (ook wekamines, speed of pep genoemd vanwege hun opwekkende werking). Ze hebben dezelfde stimulerende werking. In sprays zij ze bijzonder effectief tegen een verstopte neus. Als ze door sporters worden gebruikt, kunnen ze bij dopingcontroles als amfetamines herkend worden. In tabletvorm worden ze soms voorgeschreven in combinatie met antihistaminica, vooral bij aanhoudende klachten in neus, oor en mond. Een aantal van dit soort middelen is vrij verkrijgbaar. Efedrines kunnen sterke bijwerkingen hebben zoals opwinding, slapeloosheid en een verhoogde hartslag. Bij langdurig gebruik kunnen psychische storingen optreden. Eigenlijk kun je efedrines beter niet zonder medisch voorschrift gebruiken.
Tegenwoordig worden vooral antihistaminica (enkelvoud esthaminicum) voorgeschreven.
Histamine veroorzaakt de typische ontstekingsreacties doordat het aan specifieke bindingsplaatsen, de histaminereceptoren, van allerlei cellen in het slijmvlies bindt. Deze reageren daarop en geven de hooikoortsklachten. Er zijn drie soorten histaminereceptoren. De H1-, de H2- en H3-receptoren. De klachten bij hooikoorts worden veroorzaakt door binding van de histamine aan de H1-receptor. Deze vind je op de cellen van de slijmvliezen van keel, neus en ogen, de gladde spiervezels in de capillairen en de bronchiën, maar ook in de blaas. De H2-receptoren vind je in de ingewanden, vooral in de maag.
Via deze receptor stimuleert histamine de uitscheiding van maagzuur. De H3-receptor komt alleen voor in het centrale zenuwstelsel, hersenen en ruggenmerg. Histamine werkt opwekkend; binding van antihistaminica aan de H3-receptor heeft een kalmerende (= sedatieve) invloed. Antihistaminica binden aan de histaminica-receptoren zonder zelf een reactie op te roepen. Het gevolg is dat de histamine niet meer kan binden aan de receptor en het effect uitblijft. Antihistaminica in neusspray of oogdruppels werken snel en zijn erg effectief. Bij astma en langdurige klachten op meerdere plaatsen optreden, worden ze in tabletvorm gegeven. Het duurt dan wel iets langer voordat ze werken. Om hooikoorts effectief te bestrijden zonder bijwerkingen op maag en zenuwstelsel zijn er tegenwoordig antihistaminica beschikbaar die alleen met de H1-receptoren binden en daardoor nauwelijks bijwerkingen hebben. Toch kun je beter voorzichtig zijn met autorijden. Alcohol en antihistaminica versterken elkaars werking, gebruik ze daarom niet samen. Vanwege de sedatieve bijwerkingen worden in de Verenigde Staten soms combinaties van antihistaminica met het opwekkende pseudo-efedrine voorgeschreven. In Nederland en België gebeurt dat niet omdat dit bij moderne antihistaminica eigenlijk overbodig is. De behandelend arts heeft tegenwoordig een grote keuze in soorten histaminica en combinaties
van antihistaminica met andere geneesmiddelen.Medicijnen die ingrijpen op de allergische reactie zelf zijn het cromoglycinezuur, de corticosteroïden en de zogenaamde Leukotriene antagonisten. Cromoglycinezuur of Cromolyn is op de markt gekomen als een inhalatiemiddel om allergische astma te voorkomen. In druppels en spray is het gebruikt bij neusklachten, maar vooral bij oogklachten. Cromoglicinezuur stabiliseert de membranen van de mastcellen waardoor deze niet meer of minder makkelijk degranuleren. De histamine wordt dan niet meer afgegeven en de allergische reactie blijft uit. Het nadeel van cromoglicinezuur is dat je het vaak moet gebruiken (vier maal per dag) en dat het effect vaak pas na weken goed merkbaar is. Met het beschikbaar komen van goede antihistaminica is in het onbruik geraakt voor de behandeling van hooikoorts.
Het wordt in Nederland en België vooral voorgeschreven wanneer antihistaminica liever niet gebruikt worden, zoals bij zwangere vrouwen. Ook wanneer corticosteroïden niet gewenst zijn, wordt het gebruikt, meestal in combinatie met andere middelen. Corticosteroïden zijn hormonen die lijken op het bijnierschorshormoon Cortison. In neussprays worden ze voorgeschreven bij hooikoorts wanneer je, ondanks het gebruik van antihistaminica, veel klachten blijft houden. Bij astmatische problemen worden corticosteroïden geïnhaleerd via een inhalator. Je kunt corticosteroïden ook in combinatie met antihistaminica krijgen. Je mag ze alleen op doktersvoorschrift gebruiken. Hoe corticosteroïden ontstekingen dempen is niet precies bekend. Wel is zeker dat ze de immuunreacties van de bloedcellen onderdrukken, het zijn zogenaamde immuun-suppressoren. E zijn zeer effectief, maar een nadeel is dat ze pas na enkele weken goed werken. Patiënten met hooikoorts weten vaak uit eigen ervaring of met behulp van pollenkalenders wanneer er voor hen allergeen pollen in de lucht zit. Ze kunnen dan op tijd starten met deze medicijnen.
Tegenwoordig zijn er ook middelen beschikbaar tegen het onstekingshormoon Leukotriene. Dit hormoon komt vrij bij de allergische reactie en is medeverantwoordelijk voor het ontstaan van de late reactie. Het zijn zogenaamde leukotriene-receptorantagonisten: ze blokkeren de binding van het hormoon aan specifieke receptoren van bepaalde bloedcellen, de eosinofielen, die een verdergaan van de allergische reactie bevorderen. De ontsteking wordt dan vroeg gestopt en een late reactie blijft uit.Naast de behandeling met medicijnen is
er ook gezocht naar therapieën om mensen ongevoelig te maken voor allergenen. Op dit moment is er de immuuntherapie of desensibilisatie en de nog deels experimentele lichttherapie. De immuuntherapie is al in 1911 door Leonard Noon ingevoerd. Hij gaf aan mensen met een pollenallergie om de 7-14 dagen een stijgende dosering van een waterpollenextract. Door provocatietoetsen kan hij vaststellen dat de intensiteit van de allergische reactie honderd keer lager was geworden. Er zijn inmiddels diverse vormen van immuuntherapie ontwikkeld die zich op verschillende soorten allergieën richten. De pre-seizoentherapie richt zich op allergieën die van korte duur zijn. Voorafgaand aan het seizoen krijgt de patiënt dan meerdere onderhuidse (=subcutane) injecties met een allergeenoplossing. De behandeling hoort 2-6 weken vóór het pollenseizoen voltooid te zijn en wordt ieder jaar herhaald. Voor een permanent effect zijn langdurige behandelingen, tot 3 jaar, nodig. Begonnen wordt met een lage dosis van het allergeenextract, waarna gedurende drie maanden de dosis tot het juiste niveau wordt opgevoerd. Daarna wordt om de vier weken een vast hoeveelheid van het allergeen geïnjecteerd.
Deze vorm van immuuntherapie is wel erg zwaar voor de patiënt. Tegenwoordig wordt bij de immuuntherapie het allergeen ook wel in druppels onder de tong gegeven. Alle vormen van immuuntherapie vereisen medische begeleiding en controle, ze worden alleen bij zeer ernstige gevallen gebruikt. De basis voor immuuntherapie berust op het effect van het allergeen op de ontwikkeling van de T-helpercellen die de productie van antilichamen stimuleren. Door de aanhoudende hoge dosis worden de Th1-cellen uit het bloed geactiveerd, terwijl de T22-cellen geïnactiveerd worden. Daardoor worden er minder of zelfs geen lgE antilichamen meer tegen het allergeen gevormd en blijft de allergie uit. De immuuntherapie herstelt de balans tussen Th1- en Th2-cellen waardoor het immuunsysteem weer ‘normaal’ op het allergeen reageert.Recent is de rhinofototherapie in de belangstelling gekomen. Hij berust op de waarneming dat in tropische gebieden weinig allergieën voorkomen en dat Th2-cellen geen licht verdragen. Bij de rhinofototherapie wordt met een lampje de binnenkant van de neus langere tijd met zichtbaar en ultraviolet licht bestraald. Licht kan de symptomen van de allergische neusslijmvliesontstekingen (allergische rhinitis) reduceren. Nadeel van deze therapie is dat de patiënt met een soort neusverlichting
rondloopt die vaak als hinderlijk wordt ervaren.
Wilt u zelf een pollenhor maken? Neem contact op met ESVO per mail en wijinformeren wij over los horrengaas voor het maken van uw eigen deurhor of raamhor.
Polltex weert, als enige pollengaas, minimaal 97% van de hangende luchtpollen! Met tweevoudig uniek medisch certificaat. Klik hier voor directe informatie en prijzen over dit gepatenteerde horrengaas.
Stuifmeel, pollen. Seizoensgebonden allergische rhinitis – ook wel: hooikoorts - wordt veroorzaakt door stuifmeel (‘pollen’) dat afkomstig is van gras, planten en bomen. Stuifmeel bestaat uit zeer kleine korreltjes die door de wind worden meegenomen en verspreid. Vooral bij warm en droog weer kunt u hier veel last van hebben.
“Het is ieder jaar weer anders. Dit was een zwaar jaar, door die hotte waren er zoveel pollen... Zelfs ’s nachts had ik het benauwd. Als ik op de fiets naar mijn werk ging, kwam ik met knalrode en betraande ogen aan. Ik was dolblij toen het begon te regenen. In tegenstelling tot mijn collega’s…”.
Pollen
U kunt stuifmeel of de pollen niet altijd ontlopen. Wel kunt proberen de overlast zo veel mogelijk te verminderen.
Wilt u zelf een pollenhor maken? Neem contact op met ESVO per mail en wijinformeren wij over los Poll-Tex horrengaas en/of het horrenframe. Polltex weert, als enige pollengaas, minimaal 97% van de hangende luchtpollen! Met tweevoudig uniek medisch certificaat. Klik hier voor directe informatie en prijzen over dit gepatenteerde en overigens zeer betaalbare horrengaas.
Pollen, U kunt pollen niet volledig vermijden. De zeer kleine, door wind en tocht meegevoerde stuifmeelkorrels dringen zelfs door tot in huis. Toch kunt u veel doen om het contact met pollen te beperken, bijvoorbeeld door
op dagen met een hoge pollendichtheid de deuren en ramen zoveel mogelijk dicht te houden.
Hooikoorts (ook wel pollenallergie, pollinose of allergische en seizoensgebonden rhinitis genoemd) is een seizoensgebonden aandoening van de slijmvliezen van neus en ogen. Hooikoorts treedt op bij patiënten die worden blootgesteld aan pollen (stuifmeel) van bomen, gras of onkruid (veelal in het voorjaar en de zomer).
De ziekte komt in Nederland veel voor: bij 0,3% in de leeftijdscategorie 0 – 4 jaar en bij circa 15% in de leeftijdscategorie 20 – 29 jaar. Als we echter het totaal van allergische neusklachten als gevolg van pollen, huisstofmijt, dieren en andere allergenen onder de loep nemen, blijkt – afhankelijk van de regio - maar
liefst 16 – 24% van de Nederlandse bevolking te zijn aangedaan. Bij het merendeel van de patiënten begint hooikoorts tussen het tiende en twintigste jaar. De ziekte kan mild verlopen en na een aantal jaren afnemen,
maar er zijn ook veel patiënten met langdurige klachten. Bij een enkeling begint hooikoorts na het veertigste levensjaar en eindigt na het zeventigste levensjaar.
Hooikoorts wordt gekenmerkt door veelvuldig niezen, jeuk in de neus, de oren en het gehemelte, metwaterige ogen en een 'loopneus' en/of neusverstopping. Meestal hebben de patiënten ook last van rode,jeukende en tranende ogen. De klachten ontstaan wanneer de allergische patiënt pollen inademt door de neus. De neus werkt op dat moment als een filter en vangt de allergenen als het ware op. Op de plaats van het neusslijmvlies, de inwendige bekleding van de neus, ontstaat dan een allergisch reactie waarbij mediatoren vrijkomen. Deze stoffen prikkelen zenuwen, waardoor een niesreflex ontstaat. Daarnaast worden slijkliertjes in de neus geactiveerd, wat een loopneus tot gevolg heeft deze kliertjes zorgen er ook voor dat bloedvaten zicht verwijden en er vocht ui de vaten treedt. Dit leidt dan tot zwelling van het neusslijmvlies, waardoor de neus verstopt raakt.Een soortgelijk proces kan zich afspelen in het slijmvlies van de ogen, waardoorklachten ontstaan zoals tranen, jeuk en branderigheid. Hooikoorts houdt echter meer ion dan klachten van de neus en ogen.
Veel patiënten hebben last van slaapstoornissen, concentratieproblemen, hoofdpijn, moeheid, frustratie en
irritatie. Kinderen met hooikoorts worden tijdens het hooikoortsseizoen belemmerd in hun leerprestaties.
Deze begeleiden verschijnselen worden vaak onderschat doormensen dei niet aan de ziekte lijden.
Het is echter duidelijk geworden dat hooikoorts patiënten minstens zoveel last kan bezorgen als astma, een aandoening dei vaak wordt gezien als ernstiger ziekte dan hooikoorts.
Hooikoorts / pollenallergie, andere allergieën en hyperreactiviteit. Wanner een allergische reactie optreedt,
wordt het neusslijmvlies gevoeliger voor allerlei prikkels. Stel dat een hooikoortspatiënt licht allergisch is
voor katten’, maar dit in feite niet merkt. Het is dan mogelijk dat tijdens het pollenseizoen, wanneer de patiënt
last heeft van pollen, de allergie voor katten veel duidelijker wordt en hij op dat moment wel klachten ervaart
bij blootstelling aan een kat. Ook is het mogelijk dat de patiënt door zijn toegenomen gevoeligheid klachten
gaat ondervinden van allerlei andere prikkels, zoals sigarettenrook, temperatuur overgangen, parfums en andere geuren, of bak- en braadluchten. De allergie leidt dat tot toename van hyperactiviteit. Deze toenemende gevoeligheid van het neusslijmvlies kan de patiënt ook op een andere manier parten spelen. Inde loop van het seizoen kan het patent gevoeliger worden voor de pollen zelf. Dat betekent dat in het begin van het seizoen
veel meer pollen nodig zijn om klachten te veroorzaken, dan aan het eind van het seizoen. De patiënt heeft
dan zelfs op dagen dat het pollenaantal in de lucht laag is veel last van de neus en ogen.
Infecties
Voor een patiënt is het niet altijd eenvoudig om hooikoortsklachten te onderscheiden van een gewone neusverkoudheid die veroorzaakt wordt door een infectie. Bij neusverkoudheid os vaak sprake van keelpijn
en in veel gevallen stat neusverstopping op de voorgrond. Niezen is gebruikelijk, maar veel minder vaak
dan bij hooikoorts het geval is. Als de neusverkoudheid wordt veroorzaakt door een virus, is er sprake van waterige uitvloed uit de neus, net als bij allergie. Bacteriële infecties geven daarentegen aanleiding tot
(groengele) etterende uitvloed uit de neus. Bij infecties komt ook koorts voor maar niet bij allergie.
Neusinfectie komen ook voor als complicatie bij pollenallergie. Langdurige neusverstopping zorgt ervoor
dat snot of neussecreet minder makkelijk loskomt. Daarmee wordt een situatie gecreëerd waarin bacteriën gemakkelijk groeien. Een en ander kan ook leiden tot bijholteontstekingen. O deze reden worden vaak
infecties gezien aan het eind van een pollenseizoen. Anders dan bij een gewone neusverkoudheid dienen dergelijke infecties krachtig te worden bestreden te worden met neusdruppels die het slijmvlies afslinken
en met antibiotica. Een gewone verkoudheid verdwijnt meestal binnen een paar dagen. Een enusinfectie als complicatie kan langere tijd duren.
Kwaliteit van levenIn het algemeen zijn allergische aandoeningen niet heel ernstig of levensbedreigend.
Echter, het is de afgelopen jaren steeds duidelijker geworden dat allergie een belangrijke invloed kan hebben
op het dagelijks functioneren. Een eenvoudige aandoening als hooikoorts wordt niet alleen gekenmerkt door loopneus, neuzen en verstopte neus. Patenten kunnenlast hebben van hoofdpijn, moeheid, futloosheid en concentratiestoornissen. Zij kunnen belemmerd worden in hun studie of op het werk. Traditioneel vinden
veel examens plaats in het pollenseizoen. Uit onderzoek bij de kinderen die onderworpen werden aan computersimulatiespelen is gebleken dat kinderen met een allergie voor pollen tijdens het pollenseizoen beperkingen ondervinden in hun leervermogen. Het zelfde geldt voor overigens voor volwassenen.
Aangezien sommige ‘ouderwetse’ antihistaminica – geneesmiddelen die onder andere worden voor-
geschreven bij hooikoorts- slaapverwekkend kunnen zijn, kan het ongunstig effect op het leervermogen
nog eens versterkt worden.
BehandelingHooikoorts is een chronische aandoening die in het algemeen langdurig met symptoom onderdrukkende medicatie wordt behandeld. De behandeling rust op drie pijlers:1. Het vermijden van het allergeen; dit is het voorkomen van het inademen van
Stuifmeel2. Het gebruik van symptoom onderdrukkende medicijnen.3. Het inzetten van immunotherapie.
Bij hooikoorts kunt u stuifmeelkorrels uiteraard nooit helemaal vermijden, enkele eenvoudige tips zijn de volgende:
Een van de tips voor hooikoortspatiënten is het volgen van het pollenweerbericht, dat in het pollenseizoen dagelijks wordt uitgezonden via radio en televisie. Deze berichtgeving komt van de afdeling Aerobiologie van
het Leids Universitair Medisch Centrum. Op het dak van dat ziekenhuis staat een apparaat dat pollen verzamelt
en dagelijks wordt het aantal pollen geteld van bomen, grassen en onkruiden. In combinatie met het weerbericht worden vervolgens aan de hand van deze pollentelling een verwachting voor de volgende dag uitgespreken (‘gunstig’, ‘ongunstig’ of ‘niet zo gunstig’). Deze verwachting is vanaf half mei tot half juli te horen op Radio 1 na het nieuws van 17.30 uur of te lezen op teletekst pagina 709. Patiënten kunnen aan de hand van het pollenweerbericht schatten in hoeverre zijn blootgesteld zullen worden aan pollen en hun bezigheden hierop afstemmen. Een tweede pollenweerbericht bestemd voor mensen in de regio Zuidoost Nederland is afkomstig
van het Elkerliek Ziekenhuis te Helmond.
Wilt u zelf een pollenhor maken? Neem contact op met ESVO per mail en wij informeren wij over los horrengaas en/of het horrenframe. Wij hebben Poll-Tex, het enige pollengaas voor een pollenhor met een dubbel medisch certificaat. Polltex weert officieel 99% van de in de lucht hangende pollen. Klik hier voor alle informatie over dit, overigens zeer betaalbare pollengaas Polltex, dat minimaal 97% van de pollen weert.
Bij de bloemplanten wordt het pollen gevormd in de helmknoppen of antheren van de bloem. Ze staan bovenop
de helmdraad. Samenvormen ze de meeldraad. In de bloem vind je naast de meeldraden de stamper en het bloemde. Het bloemdek bestaat uit een aantal vaak grote en felgekleurde kroonbladen en een aantal kleinere groenere kelkbladen. De kelkbladen beschermen de bloem in de knop. De stamper bestaat uit een vruchtbeginsel met daarop de stijl met de stempel. Een mooi voorbeeld van bloemen zijn die van de Mispel, Mespilus germanica die je veel in tuinen kunt vinden. Vaak staan de bloemen op een bepaalde manier bij elkaar, zo vormen ze bloeiwijzen. Vooral wanneer de pollen door de wind verspreidt wordt, staan er vaak kleine bloemetjes dicht op elkaar en zijn de bloembladen vaak zeer klein of zelfs helemaal afwezig. Schermen, hoofdjes, katjes en de aren komen het meest voor en daarom gaan we daar wat dieper op in.
Pollen in de lucht. Om de bevruchting uit te kunnen voeren is het natuurlijk nodig dat de pollenkorrels andere planten van dezelfde soort bereiken. Dit kan op twee manieren, gericht door dieren of ongericht door de wind. Bestuiving kan gebeuren door insecten die de bloemen bezoeken om voedsel, nectar maar ook polen te verzamelen. Deze vorm van bevruchting het entomofilie, genoemd naar het Griekse woord ‘tomos’ voor insect. Iedereen kent natuurlijk bijen, hommels en vlinders die gespecialiseerd zijn in het verzamelen van nectar en pollen. Ze zijn meestal sterk behaard en transporteren vaak grote hoeveelheden pollen.
Bij de bijen en de hommels zijn de verzamelde pollen als pollenklompjes aan de poten goed te zien.
Naast deze insecten kunnen ook andere insecten, zoals vliegen en kevers, maar ook vogels zoals kolibries en
zelfs vleermuizen voor bevruchting zorgen. Bloemen die met behulp van insecten bevrucht worden, hebben
grote felgekleurde bloemen, ze ruiken sterk en produceren nectar om aantrekkelijk te zijn voor de insecten.
De insecten specialiseren zich meestal op bepaalde bloemen, waardoor de kans op bevruchting zo groot
mogelijk is. Pollen heeft meestal de kleur van de helmknoppen, vaak is dat geel, maar je kunt ook blauwe en
rode pollenkorrels vinden, zoals bij sommige lelies.De klaproos, Papaver rhoeas, heeft fel gekleurde bloemen
met paarse helmknoppen, maar het pollen is geel. Pollen van dit soort bloemen heeft vaak mooie vormen met
veel uitsteeksels, zoals bij Madeliefje, of een soortplakkerige olie waardoor het goed aan het insect blijft plakken zoals bij de lelies en de paardenbloem. Om door de lucht vervoerd te kunnen worden is het goed pollen tegen uitdroging en zonnestraling beschermd. De buitenwand van de pollenkorrel bevat veel stoffen die uitdroging voorkomen en de gevaarlijke UV-straling absorberen. Doordat de bezorging van de pollen door insecten zeer efficiënt is, hoeft de plant niet zoveel pollen aan te maken, maar wel moet hij investeren in bloemgrootte, nectar en geurstof
Geen berichten gevonden